Oorlog is het niet in Nederland. Toch draagt Nederland bij aan het leed in andere landen door wapenexport. Stop Wapenhandel zet zich in om de wapenexport vanuit Nederland te beperken en onderzoek te doen naar de rol die Nederland speelt in de internationale wapenindustrie. Ik vroeg Wendela de Vries naar haar werk bij Stop Wapenhandel en naar de grotere impact van de wapenindustrie op het klimaat.

Wie ben je en wat doe je?
“Ik ben Wendela de Vries. Ik werk bij de organisatie Stop Wapenhandel. Stop Wapenhandel is een kleine onderzoeks- en actiegroep tegen, de naam zegt het al, wapenhandel. Ik doe daar onderzoek naar de wapenindustrie en organiseer activiteiten die proberen wapenexport te beperken. Wij volgen de wapenindustrie door te onderzoeken wat er gebeurt binnen de industrie. Onze organisatie kijkt naar verschillende vraagstukken. Bijvoorbeeld: welke belangen spelen er mee in de wapenhandel, wat wordt er vanuit Nederland geëxporteerd, hoe werk de industrie internationaal samen? We kijken ook op welke manier de wapenlobby invloed heeft op de regels en welke consequenties dat met zich mee brengt. Het onderzoek dat wij doen is dus vrij breed. Het gaat dan niet over het criminele circuit, maar om de oorlogswapens.”

Welke activiteiten doet Stop Wapenhandel concreet?
“Dat is heel divers. We brengen onderzoeksrapporten uit zowel in Nederland als internationaal. We voeren actie of demonstreren op straat of bij een jaarvergadering van een wapenbedrijf. Daarnaast zijn we met de Amsterdamse gemeenteraad bezig geweest om de wapenbedrijven die in Amsterdam een holding hebben en belasting ontwijken aan te pakken. Aangezien wij een vrij kleine organisatie zijn, met weinig budget, proberen we ook zoveel mogelijk samen te werken met andere organisaties. Wapenhandel is een specifiek onderwerp, maar houdt ook verband met andere onderwerpen zoals klimaatverandering en migratie. Samen met anderen hopen we een groter geluid te kunnen laten horen. De samenwerking met andere organisaties zorgt er ook voor dat we ons idee kunnen aanscherpen en onze onderzoeken nog meer kunnen verdiepen. Tot slot verschaffen we ook veel informatie aan bijvoorbeeld politici, Kamerleden en journalisten. Als mensen vragen hebben, kunnen ze deze aan ons stellen.”

Wat heeft je persoonlijk geïnspireerd jezelf in te zetten tegen wapenhandel?
“Ik wilde graag iets doen tegen oorlog. Je kunt dan natuurlijk naar andere landen kijken, naar dingen die ver weg gebeuren. Maar ondanks dat wij ons op dit moment niet in oorlog bevinden, zijn wij wel betrokken bij oorlogen. Nederland verdient aan het leveren van wapens. Ik wilde kijken naar wat dan eigenlijk precies de rol van Nederland is. Onze eerste verantwoordelijkheid is kijken naar ons eigen beleid en hoe dat invloed heeft op de rest van de wereld. Het is belangrijk om te kijken hoe we ons kunnen inzetten zodat ons beleid geen nare invloed heeft op anderen in de wereld.”

Hoe verhoudt de wapenhandel zich tot klimaatverandering?
“Een deel van onze krijgsmacht, bewapening en militaire industrie is erop gericht om ons van grondstoffen te voorzien. Bijvoorbeeld om de zeggenschap over de olie te houden. Een grondstof als olie is een fossiele brandstof die vervuilend is. Een groot deel van wapenindustrie en de wapenproductie is er om te zorgen dat wij als Westerse landen, als rijk deel van de wereld, die grondstoffen ons kunnen toe-eigenen. Het inzetten van de krijgsmacht is een manier om over grondstoffen de ‘baas’ te kunnen blijven. Nederland is op internationaal vlak onderdeel van het systeem dat klimaatverandering in stand houdt. Wij, als Stop Wapenhandel, zeggen dan ook dat wanneer je iets wilt doen voor klimaatverandering, moet je ook naar de wapenindustrie kijken. De krijgsmacht is daar ook mee bezig. Een concreet voorbeeld van de invloed van wapenhandel op klimaatverandering kwam ik laatst tegen: een gevechtshelikopter die speciaal wordt aangepast zodat deze in het Amazonegebied gebruikt kan worden. Deze helikopter wordt ingezet tegen mensen die daar hun leefgebied proberen te beschermen, dat vind ik echt bizar.”

Voor welke uitdagingen staan jullie?
“Ik denk dat het lastigste is dat mensen niet verder kijken dan de Nederlandse grenzen. Mensen denken snel dat wanneer een probleem binnen Nederland opgelost is, dat het hele probleem dan is opgelost. Dit is natuurlijk niet het geval, veel problemen houden niet op bij de grens. Klimaatverandering bijvoorbeeld houdt niet op bij de grens, dit geldt idem dito voor de gevolgen van onze wapenexport. Om dit concreet te maken: een oorlog zorgt voor instabiliteit, hierdoor komen bijvoorbeeld vluchtelingen onze kant op. Voor die vluchtelingen moeten ook weer oplossingen gevonden worden. Vluchtelingen in kampen net buiten Europa stoppen is geen oplossing daarvoor. Afgezien van de humanitaire aspecten is zo’n oplossing niet houdbaar. Primair naar Nederland kijken en binnen de grenzen denken is een groot probleem. Je ziet dit probleem ook terug in de politiek. Mensen kijken vaak alleen naar wat hun directe belang bij iets is. Het grotere bewustzijn mist nog bij veel mensen. Het feit dat in Amsterdam mensen met verschillende achtergronden zitten, daar kunnen we naar mijn idee gebruik van maken om een groter bewustzijn te creëren. Deze mensen hebben vaker een gevarieerdere blik dan degene die al generaties lang in Nederland wonen.”

Wat verwacht jij van het programma?
“Ik hoop te leren van anderen. Ik denk dat zij verhalen zullen vertellen waar ik zelf nieuwe dingen van kan leren. Ik hoop op een avond waarop we een probleem kunnen aankaarten, maar ook verschillende visies voor de aanpak kunnen delen. De visies bij elkaar brengen en zo samen kijken waar de mogelijkheden liggen. Op die manier kunnen we wellicht stappen zetten om verandering tot stand te brengen.”

Meer weten over de invloed van de wapenindustrie op klimaatverandering? Kom vrijdag 6 december naar het programma ‘Oorlog tegen Klimaat’.

 

Samengesteld door
Donya Brik
Stagiair Communicatie