Het worden vier spannende dagen. Van 17 tot en met 20 oktober vindt de vierde en tevens laatste vergadering plaats van een internationaal comité dat zich buigt over een herstelfonds voor klimaatschade. Na dit overleg moet er een voorstel liggen dat op COP28 in Dubai kan worden gepresenteerd. Op veel vlakken is echter nog geen compromis in zicht en verschillende landen staan lijnrecht tegenover elkaar.

Het gesprek over compensatie komt pas sinds kort op gang. Dat heeft alles te maken met de recente internationale erkenning van de koloniale invloed op de klimaatcrisis. In het Parijsakkoord is het concept van ‘loss and damage’ expliciet genoemd en tijdens COP27 in Egypte is er een ‘loss and damage’ overeenkomst bereikt. Hiermee kwam een einde aan de dertig jaar durende campagne voor een herstelfonds. Een baanbrekend akkoord dus. Vervolgens werd in het IPCC-rapport van 2023 voor het eerst sinds de publicaties van het wetenschappelijke panel de link tussen kolonialisme en klimaatverandering onderschreven.

Gewelddadige uitputting en onderdrukking behoren niet tot het verleden, maar hebben enkel nieuwe vormen aangenomen. Veronderstelde witte superioriteit en beheersing van de natuur voor menselijk gewin waren drijvers van kolonialisme en bestaan voort in het huidige neokoloniale tijdperk. Het bewustzijn omtrent de continuering van deze patronen is nog niet alomtegenwoordig. Zo leren we in Nederland over de ‘Gouden Eeuw’ vol economische welvaart en maatschappelijke ontwikkeling. Hierbij gaat het gesprek vaak nog te weinig over waar die rijkdom vandaan kwam. En ten koste van wie.

Activisten en wetenschappers benadrukken al jaren dat de nood om klimaatonrecht te bestrijden hoog is. We weten dat jaarlijks vijf miljoen mensen sterven als gevolg van de klimaatcrisis. Vijf miljoen. Dit enorme aantal groeit snel en het overgrote deel van de slachtoffers woont in het mondiale Zuiden. De termen ‘mondiale Noorden’ en ‘mondiale Zuiden’ zijn geen geografische aanduidingen, maar verwijzen naar ongelijke machtsverhoudingen op politiek, cultureel en economisch gebied. Op het Afrikaans continent worden honderd miljoen levens bedreigd door de noodtoestand. En in India, Bangladesh en Pakistan worden jaarlijks meer dan tien miljoen mensen verdrongen uit hun leefomgeving door natuurrampen.

Koloniale diefstal heeft een grote economische disbalans aangebracht op het wereldtoneel waar het mondiale Noorden nog altijd van profiteert. De onrechtmatige voorsprong wordt in stand gehouden door uitbuiting, onderbetaling en olie- en gaswinning met alle natuurrampen van dien. De neokoloniale aard van deze daden wordt duidelijk als men kijkt naar de geografische ligging van gebieden die gemakzuchtig opgeofferd worden en ook wel ‘sacrifice zones’ worden genoemd. Dat zijn gebieden die mensen, dieren en ecosystemen herbergen, maar tegen beter weten in worden afgedankt in de naam economisch gewin. Inwoners zijn vaak een mensen van Kleur met een laag inkomen en zonder politieke macht. Ze worden ofwel letterlijk verjaagd, ofwel aan hoge gezondheidsrisico’s blootgesteld. Soms zijn het specifieke regio’s, zoals een gebied aan de Mississippi rivier in Louisiana. Door de vervuiling van een aardoliefabriek is daar het risico op kanker vijftigmaal groter dan het landelijk gemiddelde. ‘Sacrifice zones’ kunnen ook hele landen zijn. Landen die de hevigste gevolgen van de klimaatcrisis nu al ondervinden.

Een voorbeeld van een opgeofferd land is Pakistan. In 2022 zijn grote delen van het land overstroomd geraakt, waardoor ongeveer 2000 mensen zijn overleden. Eén op de zes inwoners is in slechts een paar dagen tijd dakloos is geworden. Daarnaast is als gevolg van de natuurramp de nationale schuld met tientallen miljarden toegenomen. Dat gaat om geld dat terugbetaald moet worden aan voormalig koloniserende landen. De landen die verantwoordelijk zijn voor de klimaatcrisis.

Klimaatrechtvaardigheid gaat dus ook om geld. ‘Sacrifice zones’ met torenhoge nationale schulden bij landen van het mondiale Noorden worden dubbel belast met de gevolgen van een crisis waar zij geen aandeel in hebben gehad. Landen aan de frontlinie van de natuurrampen pleiten voor een snellere en rigoureuzer aanpak van ‘loss and damage’. Denk aan het kwijtschelden van schulden en grootschalige reparaties. De Europese Unie stelde daarentegen oplossingen als schuldvermindering en winstbelasting op olie en gas voor.

Het laatste overleg van het comité voor het klimaatherstelfonds zal uitwijzen in welke mate landen uit het mondiale Noorden bereid zijn om te compenseren voor veroorzaakte schade. Tijdens de aftrap van dit cruciale overleg gaan we bij Pakhuis de Zwijger in samenwerking met ActionAid in gesprek met verschillende activisten en beleidsmakers die zich inzetten voor klimaatrechtvaardigheid. Eén van de sprekers, Harjeet Singh, zal inbellen vanuit Aswan in Egypte omdat hij aanwezig is als woordvoerder van Climate Action Network International bij het herstelfondsoverleg. Hij zal dus ook kunnen reflecteren op de eerste dag van de vergadering. Verder zullen we ingaan op vragen als “hoeveel geld is er nodig?”, “wie betaalt dat?” en “hoe zorgen we dat het op de juiste plaats terecht komt?”.

Reserveer hier je plek en praat mee over het klimaatherstelfonds!